Ze toont dat hij niet bang hoeft te zijn om te vallen.
Stilvallen is niet vallen.
Hij kàn nòg trager.
Gewoon, de voeten op de grond.
Oh zonnebloemen!”, jubelt een meisje op haar kleuterfiets.
“Rij door!”, beveelt haar vader er nors achteraan.
En dan wat rustiger: “Ik kan niet nòg trager fietsen.”
En ik – die de bloemen opkweekte en plantte – jubel even met haar mee.
Om dan geschrokken en in twijfel achter te blijven in de tuin.
… Als onze zonnebloemen tot meer stress en conflict leiden …
Doen ze dat?
Wat onthoudt het meisje?
De zonnebloemen of de luide stem van haar vader?
Of staat ze alweer elders te glunderen van verwondering?
En haar vader?
En ik?
Dat kleine meisjes maar vaak van zich laten horen.
(En jongens natuurlijk ook.)
Groots in verwondering. En in verwondering opwekken.
Dat we vaker kleine meisjes zijn. En zonnebloemen.
Open, raakbaar en bereid om stil te staan.
Al kan het ons uit balans brengen, ons ritme verstoren.
Of beter gezegd: hèt ritme.
Want net dan,
als ik de heerlijke geur van duindoorn opsnuif,
ineens kweeperen in een boom opmerk,
in het hart van een bloem verdwaal,
me verbaas over de schoonheid van een onverwachte nazomerzon of ontmoeting
voel ik mijn eigen ritme beter.
Het is de kracht van het meisje. Van haar verwondering.
Om in de gejaagdheid, veelte en chaos zonnebloemen al haar aandacht te geven.
Om doldraaiende wielen, mensen en systemen te laten vertragen.
Ze toont dat hij niet bang hoeft te zijn om te vallen. Stilvallen is niet vallen.
Hij kàn nòg trager. Gewoon, de voeten op de grond.
Ze laat zien dat we niet eerst hoeven te knallen en vallen om even stil te staan.
Om dan, geraakt, weer in beweging te komen.
Het is ook de kracht van zonnebloemen.
In de border van het straatje.
Dat geloof ik graag ;-}
oktober 2022